‘Dit zou weleens de meest linkse regering sinds 1970 kunnen opleveren.’ Neen, aan het woord is niet Carl Devos, wel zijn tegenhanger aan de universiteit van Kopenhagen. Die deed de uitspraak naar aanleiding van de uitslag van de verkiezingen van gisteren in Denemarken, die overtuigend gewonnen werden door de sociaaldemocraten.
Een overwinning van links in een Europa waarin rechts voorts de wind stevig in de zeilen heeft! Ja? De winst die voorzitster Mette Frederiksen met haar partij boekte ten koste van de radicaal-rechtse Deense Volkspartij, wordt door analisten mede toegeschreven aan de harde lijn die ze aanhield rond migratie. Frederiksen heeft al laten optekenen dat ze allesbehalve van plan is de harde maatregelen te verzachten die de voorbije regeerperiode door de Volkspartij zijn genomen.
Ter illustratie: dat zijn dingen als de mogelijkheid om extra zware straffen uit te vaardigen voor misdaden in gekleurde achterstandswijken of om asielzoekers te verplichten hun juwelen af te geven bij aankomst in Denemarken. De sociaaldemocraten lijken dus alleszins wat migratie betreft een stevige ruk naar rechts te hebben gemaakt. Dat heeft hen geen windeieren gelegd. Migratie blijkt andermaal het hete hangijzer te zijn waar ‘de burger’ zich zorgen om maakt.
Het is een evenwichtsoefening die politieke partijen wellicht constant moeten maken: die tussen de eigen overtuigingen en verschuivende ethische gevoeligheden bij de burger. Blijf je vasthouden aan je principes of geef je op een bepaald moment toe aan evoluerende maatschappelijke tendensen? Het is de taak van politieke partijen om de wensen en gevoelens van het volk te vatten en te kanaliseren. Dat is wat democratie in essentie is. Ze kunnen dus niet anders dan tenminste voor een deel meesurfen op de golven van de tijd.
Maar dat houdt ook risico’s in. Die golven vloeien namelijk niet per definitie in één enkele richting, naar globaler, inclusiever, meer gelijk. Dat hebben de afgelopen jaren wel duidelijk gemaakt. Het maakt de kwestie hoe ver je als politieke partij meegaat in die evoluerende maatschappelijke tendensen des te prangender. Als je die vraag uitrekt tot haar uiterste limieten, komt ze neer op het spanningsveld tussen democratie aan de ene kant en mensenrechten aan de andere.
En wat dan? Wat als islamofobie verder groeit en er over enkele jaren een ‘democratisch’ draagvlak is voor verhoogde digitale surveillance voor iedereen die soms een moskee bezoekt? En nog een paar jaar later voor een verplichte ‘antiterroristenregistratie’ voor moslims? En weer wat later voor een wet die moslims verhindert deel te nemen aan publieke events, en daarna aan het publieke leven in het algemeen?
Het is vandaag exact 75 jaar geleden dat met D-day de eindstrijd tegen nazi-Duitsland werd ingezet. Laten we mensenrechten altijd en onvoorwaardelijk beschouwen als de hoeksteen van onze samenleving.
Verschenen in dS Avond op 6 juni 2019
コメント