Het was een belachelijk gezicht: dertig veelal westerse toeristen op een rij die toch enigszins gespannen toekijken hoe een vrolijk hondje snuffelend langs hun rugzakkengaat. Hoe iedereen verstijft wanneer bij één rugzak geblaf weerklinkt. De geüniformeerde mannen van de Chileense grenspolitie vragen wie er smokkelwaar het land in trachtte te krijgen, waarna een Duitse vrouw, zich van geen kwaad bewust, een appel uit de rugzak opdiept. De agenten confisqueren het stuk fruit met een tik op een informatiebord. ‘Bescherm het Chileense ecosysteem! Neem geen etenswaren mee de grens over!’
De grens tussen Chili en Argentinië is zo’n 5.300 kilometer lang, maar net als bijna alle landsgrenzen ter wereld bestaat ze voornamelijk op papier. Bergruggen worden niet doorkruist door een kilometerslange muur. Nergens loopt een stippellijn over het gras. Alleen daar waar Argentijnse wegen Chileens worden, is de grens zichtbaar. Grensovergangen hebben daarom altijd iets performatiefs. Zou die appel echt het Chileense ecosysteem ontwricht hebben? Kun je eigenlijk van een ‘Chileens’ ecosysteem spreken als het klimaat, de flora en de fauna grotendeels doorlopen bij de buren? Dat Nieuw-Zeeland als eiland met een geheel eigen biotoop bezoekers obsessief controleert op plantaardige of dierlijke exoten, valt nog te begrijpen. Maar dit is toch puur voor de show?
‘Grenzen zijn littekens van de geschiedenis’, vertelde een voormalige ambassadeur me onlangs. Daarbij hoefde hij niet eens expliciet te verwijzen naar het altijd terugkerende oervoorbeeld van de Conferentie van Berlijn van 1884. Op die bijeenkomst verdeelden de Europese mogendheden het Afrikaanse continent als een taart onder elkaar door op de landkaart lijnen te trekken die op geen enkele manier rekening hielden met de lokale culturele, geologische of sociopolitieke realiteit. Ik moest er meteen aan denken, zoals altijd als het over grenzen gaat. Omdat de absurditeit van die conferentie weergeeft hoe ik lang over grenzen dacht: als dingen die (te) veel juridische consequenties hebben, terwijl ze uiteindelijk niet meer zijn dan constructen.
Grenzen zijn inderdaad vaak collectieve bedenksels. Meer afspraak dan materie. Maar dat is net wat er interessant aan is. Dat wordt helemaal duidelijk als we naar andere soorten grenzen kijken. De diplomatieke en morele grenzen waar Rusland dit voorjaar overheen ging, waren misschien wel belangrijker dan de geografische die Poetin schond. Ook bij het omkopingsschandaal in het Europees Parlement is de ethische grens die vicevoorzitter Eva Kaili en andere Europarlementsleden overschreden, minstens even schadelijk als de juridische grens die ze overschreden. En wat met het belang van de symbolische grens van 1,5 graden waarover op de klimaattop in Sharm-el-Sheikh in november veel te doen was?
In de context van MeToo en de vluchtelingencrisis vormen seksuele en morele grenzen al langer dan dit jaar het middelpunt van het maatschappelijk gesprek. En ook in onze persoonlijke levens zijn grenzen steeds centraler komen te staan. Onze therapeut onderstreept dat we privé onze grenzen moeten bewaken en dat we ze professioneel moeten stellen. Overal anders horen we dat we ze moeten verleggen – het leven begint immers aan het einde van je comfortzone. En genieten doe je dan weer het best grenzeloos.
Zo kunnen grenzen gelden als een van de sleutelconcepten van dit afgelopen jaar en bij uitbreiding van deze tijd. Omdat ze gaan over integriteit en soevereiniteit, en dus over samenleven. Grenzen zijn nu eenmaal niet voor de eeuwigheid. Ze schuiven en verschuiven naargelang de tijd en, misschien nog meer, naargelang de tijdgeest. Waar grenzen zijn, is er per definitie spanning. Dingen eindigen namelijk nooit abrupt, niks is perfect afgebakend.
Dat is geen excuus om elkaars grenzen niet te respecteren, zowel op het individuele als op het geopolitieke niveau. Het is vooral een herinnering aan de waarde die grenzen ondanks hun vaak ingebeelde karakter hebben. Die waarde ligt niet in het beperkende karakter van grenzen. Dat is meteen de reden waarom een muur nooit een goede grens zal zijn. De waarde van grenzen ligt in de noodzaak tot dialoog die ze in zich dragen.
Al sinds Chili en Argentinië in het begin van de 18de eeuw onafhankelijk werden van Spanje, is er nogal wat rivaliteit tussen beide landen. Onder de toeristen wordt gefluisterd dat de strenge douaneregels vooral een onschuldige pestmaatregel zijn voor Argentijnen die Chili binnen willen. Het is onder andere de 5.300 kilometer lange grens, en dan vooral een stuk in Patagonië dat betwist wordt, die zorgt voor een dialoog die al twee eeuwen voortduurt. Oorlog is er tussen beide landen nog nooit geweest.
Verschenen in De Standaard op 15 december 2022
コメント