Afgelopen vrijdag vond in Potsdam de uitreiking van de Prix Europa plaats. Die prijzen eren de beste radio-, tv- en digitale producties van openbare omroepen in Europa. Ik was er samen met beste vriend Lander Kennis, omdat we genomineerd waren met onze podcast Ouder. In de week voor de uitreiking luisterden we met alle genomineerden samen naar elkaars producties. Het was een boeiende onderdompeling in het werk van collega’s waar je, ook door de taalbarrières, normaal gezien nooit mee in aanraking komt.
Sommige van die verhalen waren klein en intiem en vertelden over afscheid nemen van dierbaren of over mysterieuze familiegeheimen die ontrafeld moesten worden. Aan de hand van persoonlijke audioessays probeerden andere makers de klimaatverandering mentaal een plek te geven. Er was ook meer journalistiek werk over uitbuiting, bijvoorbeeld, of terugblikken op grote terroristische aanslagen. En natuurlijk was Oekraïne niet ver weg.
De gevoeligheden rond de oorlog bleken duidelijk uit een woordenwisseling die ontstond nadat we de mooie radiodocumentaire Yula en Yuliya hadden beluisterd. In die documentaire vertelt de in Rusland geboren Nederlandse journaliste Yula Altchouler het verhaal van een Oekraïense naamgenote die Oekraïne ontvluchtte met haar vier kinderen. Altchouler praat ook met eigen vrienden en kennissen en schetst zo treffend hoe deze oorlog, zoals zovele andere, buiten de wil van mensen om gevoerd wordt. Maar het kwam haar na onze gezamenlijke luistersessie op kritiek te staan van een eveneens in Rusland geboren, maar in Oekraïne opgegroeide collega. In de documentaire wordt aangehaald dat de Krim onder Russische controle is, maar volgens die collega zonder voldoende expliciet te benadrukken dat de Krim Oekraïens is en illegaal door Rusland geannexeerd werd.
Eerst vond ik die reactie overdreven. Mij was de passage niet eens opgevallen, en iedereen wéét toch dat de Krim Oekraïens is? Dat vertellen als het niet de kern van de zaak is, is stating the obvious. Waarom er dan toch over struikelen? Maar volgens die collega is het altijd de kern van de zaak als we het over de Krim hebben. Of zou het dat toch moeten zijn. Als we daar niet elke keer op wijzen, lopen we het risico de situatie normaal te gaan vinden, en dat is de eerste stap richting capitulatie. Bovendien, voegde ze eraan toe, zijn we het de onderdrukte bevolking in de Russische invloedssfeer verplicht om de waarheid altijd opnieuw nadrukkelijk te onderstrepen. Zij moet immers dagelijks opboksen tegen propaganda en censuur.
Die realiteit kent Galina Timtsjenko als geen ander. De Russische journaliste werd in 2014 na kritische berichtgeving over die Russische annexatie van de Krim onder druk van het Kremlin aan de kant geschoven door het mediabedrijf waar ze toen werkte. Uit onvrede vertrok de helft van de redactie met haar, om samen een nieuw nieuwsplatform op te richten in Letland: Meduza. Ondertussen is Timtsjenko er ceo. Ondanks talloze intimidatiepogingen en censuurdruk blijft Meduza strijdvaardig publiceren. Timtsjenko vergelijkt de taak van journalisten met die van hospikken die in het strijdgewoel over hun patiënt gebogen staan en hem toeroepen om bij bewustzijn te blijven. ‘Kijk me aan! Wakker blijven!’
Op de avond van de prijsuitreiking van de Prix Europa mocht zij als laatste het podium betreden. Ze ontving de prijs voor Europese journalist van het jaar 2022 en kreeg een minutenlange staande ovatie. Gelijkaardige waardering was er aan het begin van de avond ook al geweest voor de Wit-Russische journalisten Katsjaryna Andrejeva en Darja Tsjoeltsova. Die kregen vorig jaar de prijs van Europese journalisten van het jaar, maar konden er toen niet zijn omdat ze waren opgesloten in een werkkamp wegens ‘het organiseren van activiteiten tegen de publieke orde’. Ze hadden een protestactie tegen president Aleksandr Loekasjenko gelivestreamed. Nu, een jaar later, kon de 25-jarige Tsjoeltsova de prijs eindelijk in ontvangst nemen. Andrejeva niet – zij zit nog altijd vast.
Uiteindelijk grepen Lander en ik op de uitreiking naast de prijzen. Onze teleurstelling was groot, maar te lang wilden we er niet over kniezen. Toen we Timtsjenko aan het einde van de avond op het podium zagen, fluisterde Lander me terecht toe dat dit de ontgoocheling meteen in perspectief plaatst. Want uiteindelijk zijn het onderzoeksjournalisten zoals Timtsjenko, Tsjoeltsova en Andrejeva, stuk voor stuk vrouwen die met gevaar voor eigen leven vechten voor een meer open en rechtvaardige wereld, die de echte erkenning verdienen. ‘Elke oorlog’, begon Timtjsenko haar dankwoord, ‘begint met het muilkorven en onderdrukken van onafhankelijke stemmen en journalisten.’ Onafhankelijke journalistiek was nog nooit zo belangrijk als nu.
Verschenen in De Standaard op 3 november 2022
Comments