top of page
Zoeken

Sommige problemen treffen mannen harder dan vrouwen

rafnjotea

Bijgewerkt op: 31 jul 2024

Lange tijd was mijn over­tuiging dat we moesten ­streven naar een wereld waarin initiatieven als Internationale Vrouwendag niet meer ­nodig zijn. Een beetje zoals hoe de ultieme missie van elke echt nobele organisatie haar eigen overbodigheid zou moeten zijn. Natuurlijk zijn verworven rechten dat nooit voor eeuwig – zo naïef zijn we als samenleving niet meer. Maar zelfs met dat inzicht in het achterhoofd kun (moet?) je hopen dat de maatschappelijke achterstelling van vrouwen ooit verleden tijd gaat zijn. Toch zou een Internationale Vrouwendag ook in die hypothetische toekomst relevant en belangrijk zijn.



Net zo is het bestaan van een ­Internationale Mannendag, elk jaar op 19 november, niet overbodig. Ook niet in een wereld waarin vrouwen het globaal genomen nog altijd moeilijker hebben dan mannen om ­gehoord en gerespecteerd te worden, om hun leven in te richten zoals zij het willen.


Het is belachelijk en schadelijk om ­tegen een Internationale Vrouwendag te zijn. Maar het vaak gehoorde argument dat het ‘de andere 364 dagen van het jaar al mannendag is’, is ook al te ­gemakzuchtig. Zulke argumenten loochenen de specifieke problemen waar mannen maatschappelijk tegen aanlopen. Die zijn er te over.


Zo wordt al lang aan de alarmbel getrokken voor de teruglopende schoolprestaties van jongens. Jongens hebben meer moeite in het ­secundair en hoger onderwijs dan meisjes. Al tien jaar zijn er bijna dubbel zoveel jongens die hun jaar moeten overdoen als meisjes. Ongeveer twee derde van de leerlingen die uiteindelijk zonder diploma het middelbaar verlaten, zijn jongens. En met 45 procent ligt het aantal jongens dat zich inschrijft in het hoger onderwijs een stuk lager dan de 55 procent meisjes. Het is duidelijk dat ons onderwijs vandaag veel meer op meisjesmaat is ingericht. We ­slagen er niet in om dat in evenwicht te krijgen.


Ook wat geweld, verslaving of zelfmoord betreft, scoren mannen veel slechter dan vrouwen. Verslavings­cijfers zijn misschien wat lastiger te vergelijken, omdat die problematiek zich sowieso vaak anders manifesteert bij vrouwen dan bij mannen. Maar om de zelfmoordcijfers kunnen we niet heen: voor iedere vrouw die in Vlaanderen uit het leven stapt, zijn er zo’n 2,5 mannen.


Een andere veelzeggende ­probleemstatistiek komt van het ­Collectief Straatdoden, dat cijfers bijhoudt over sterfgevallen van daklozen in Brussel. Zij registreerden tussen 2005 en 2020 760 sterfgevallen, waarvan 89 procent mannen – terwijl mannen ‘maar’ zo’n 75 procent van de daklozenpopulatie ­uitmaken, wat op zich ook al problematisch is.


Nu zijn er voor al deze problemen die mannen harder treffen dan vrouwen, minstens evenveel andere die het omgekeerde doen. Het punt is niet welke problemen prioritair ­moeten zijn of welke zwaarder ­zouden moeten doorwegen in het ­beleid. Het punt is dat die problemen verschillend zijn. De problemen waar vrouwen tegen aanlopen, zijn vaak fundamenteel anders dan die waar mannen tegen aanlopen. (En nu we toch bezig zijn: die waar bijvoorbeeld trans vrouwen tegen aanlopen zijn ook weer anders dan die waar cis vrouwen tegen aanlopen.)


Vrouwen en mannen zijn nu eenmaal anders. Het is belangrijk om dat te benadrukken, omdat sommigen dat lijken te ontkennen en anderen net geloven dat iedereen die pleit voor minder genderstereotiep denken, meteen het verschil tussen man en vrouw wil opheffen. Quod non. ­Mannen zijn geen vrouwen, trans vrouwen zijn niet hetzelfde als cis vrouwen. We hebben die hokjes ­nodig. Dat sommige problemen mannen harder treffen en ­andere vrouwen, heeft immers ook net met biologische factoren te maken. Bijvoorbeeld met het feit dat testosteron als ‘assertiviteitshormoon’ leidt tot meer drive en zelfzekerheid, maar ook tot meer impulsiviteit en risicogedrag. Als we die ­biologische verschillen ontkennen, zullen we zogenaamde mannenproblemen nooit fatsoenlijk kunnen aanpakken. Vrouwenproblemen of problemen waar specifiek trans vrouwen mee te maken krijgen, trouwens ook niet.


Tegelijk is het essentieel dat hokjes nooit een gevangenis worden, iets waar te strikte genderstereo­typering wel toe leidt. Want dat is de andere belangrijke oorzaak van mannenproblemen: dat mannen zich ­gevangen voelen in een beeld van mannelijkheid dat leeft in de maatschappij, in hun omgeving of in hun eigen hoofd.


Streven naar gelijkwaardigheid is niet hetzelfde als het ontkennen van verschillen. Wel integendeel: het is ruimte laten voor dat onderscheid, ruimte voor hokjes. Net omdat een verschillende aanpak nodig is. ­Fluïditeit is goed, maar in het beleid hebben we vaker nood aan een ­genderspecifieke aanpak. En dat zal in de toekomst ook zo blijven. Want zelfs in een utopische maatschappij waar man en vrouw gelijk zijn, zijn ze niet hetzelfde.


2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


©2024 by Raf Njotea

bottom of page