Jammer dat het om mensenlevens gaat, anders was het nog wel grappig geweest. Vorige week bereikten de Europese lidstaten een akkoord voor de bijsturing van het Europese asiel- en migratiebeleid. Al kort na de bekendmaking van het nieuws volgde de kritiek, en die was veelzeggend tegenstrijdig. Op zijn website veroordeelt Vlaams Belang het akkoord fel, de N-VA noemt het ‘een zwakke, onwerkbare en zelfs perfide regeling’. Dat terwijl vicepremier Petra De Sutter van Groen zich liet ontvallen dat het akkoord duidelijk geïnspireerd is door het antimigratiediscours van extreemrechts. Rechts vindt het akkoord dus te links, volgens links is het een rechtsconservatief misbaksel. Dat onderstreept nog eens hoe ver de standpunten over migratie in het politieke landschap uiteenliggen.
Een vaak aangehaald probleem van migratie is dat het als thema, zeker op het politieke niveau, te abstract blijft. Het gaat in wezen over individuele mensenlevens, maar het wordt altijd in cijfers en statistieken behandeld. Daardoor is de stap kleiner om er, bewust of onbewust, op een ontmenselijkte manier over te spreken. Dat geldt ook voor het nieuwe akkoord. Er wordt gesproken over 120.000 mensen die jaarlijks in een versnelde procedure aan de buitengrenzen gescreend en eventueel sneller teruggestuurd kunnen worden. Over 30.000 asielzoekers die de lidstaten op basis van het solidariteitsprincipe onder elkaar zullen verdelen. Een terechte vrees is dat migratie op die manier gedoemd is om in de hoofden van de mensen een anoniem massafenomeen te blijven.
Als zoon van een Nigeriaanse vader dacht ik lang dat ik wel wist wat migratie was, maar achteraf bekeken was mijn vader ook voor mij lang alleen in abstracte termen een migrant. Wat het concreet inhoudt om migrant te zijn, begon ik pas te beseffen toen ik zijn verhaal actief ging uitpluizen en er een podcast over maakte. Dat iedere migrant iemand is met talenten, dromen en ambities, die iets van het leven wil maken, net als wij allemaal. Wat het moet betekenen om in een land aan te komen zonder netwerk, zonder familie of vrienden, vaak zonder plek om te slapen. Hoe voor- en tegenspoed maar een kruis-of-muntworp uit elkaar liggen. Dus ja, het debat heeft absoluut baat bij een concretere invulling van wat migratie betekent in een mensenleven. We moeten migranten ‘een gezicht geven’.
Dat persoonlijke verhaal is dus erg belangrijk, maar we moeten ook externe factoren blijven benadrukken, hoe abstract die soms ook zijn. Mensen migreren immers niet zomaar. Onlangs las ik een tekst waarin de term ‘tot migrant gemaakte’ werd gebruikt. Ik ken het mechanisme, van bij de uitdrukking ‘tot slaaf gemaakte’, die (vooral) in Nederland soms verkozen wordt boven ‘slaaf’. Maar ik was nooit fan van die lompe constructie; iedereen weet toch dat een slaaf er niet zelf voor kiest om slaaf te zijn? Maar bij ‘tot migrant gemaakte’ snapte ik de meerwaarde ineens wel. Ook al is ook die term veel te omslachtig om zijn weg te vinden naar ons dagelijks taalgebruik, hij zet wel de externe factoren in de verf die meespelen bij migratie. Hij verplicht ons stil te staan bij de context: oorlog, honger, onderdrukking, levensgevaar …
Maar ook de bredere cultuurhistorische context mogen we niet vergeten. Hoe verklaren we anders waarom zoveel mensen vandaag hun leven wagen om naar het Westen te komen? Mensen hebben altijd al gemigreerd, maar tot voor kort zochten we de nodige veiligheid of voedselzekerheid altijd in een buurland of nabijgelegen gebied. De meerderheid van de migranten doet dat trouwens nog altijd, maar een deel zoekt het dus verder. Om dat te begrijpen moeten we naar de scheefgetrokken globale realiteit van vandaag kijken, waarin enkele honderden miljoenen mensen een ongeëvenaarde welvaart kennen, terwijl miljarden anderen het moeten stellen met de kruimels. En de crux: die realiteit is er door ons toedoen gekomen.
Eeuwenlang hebben we op een industriële schaal rijkdommen, grondstoffen, zelfs mensen uit het globale Zuiden weggezogen en in onszelf gepompt. Daarbij hebben we onszelf ook nog eens constant opgeworpen als uitverkoren en moreel superieur. Wie vandaag verbaasd is dat er grote groepen mensen zijn die hun zinnen hebben gezet op een leven in dat kleine, welvarende deel van de wereld, heeft dan ook niet goed opgelet. Het Westen heeft dat historisch gezien over zichzelf afgeroepen. Dat partijen als Vlaams Belang en de N-VA er staalhard voor pleiten onze grenzen af te schermen en inhumane pushbacks te legaliseren, is dan ook wraakroepend. Alsof je het huis van de buren in brand steekt en dan hysterisch wordt dat ze bij jou komen aankloppen voor onderdak. Het getuigt van kolossaal egoïsme. Of van debiele kortzichtigheid. Ik weet niet welk van die twee het ergst zou zijn.
Verschenen in De Standaard op 15 juni 2023
Comentários